Eén bepaald uurwerk waaraan we wat speciale aandacht besteden. Meer dan de gangreserve en het wel of geen gebruik van silicium, maar ook de afkomst en wat er nu precies anders óf bijzonder aan is. Deze keer spraken we A. Lange & Söhne’s Technical Director Anthony de Haas over de Lange Zeitwerk en caliber L043.1. Dan is het gewoon onmogelijk om het enkel daarbij te houden.

Het is een uitdaging om iemand te vinden – horloge aficionado of nieuwkomer – die niet het kunstenaarschap kan waarderen van A. Lange & Söhne. De complexiteit, de no-nonsense maar ook bijzondere benadering van hun mechanische werken en natuurlijk de indrukwekkende esthetiek en afwerking.

Het idee was om Lange’s Technical Director Anthony de Haas te bevragen over één bepaald uurwerk. Al snel werd duidelijk dat De Haas’ benadering zo verweven zit in meerdere modellen, dat je het simpelweg niet bij één horloge kunt houden. 

Semper Opera

We beginnen bij de Lange Zeitwerk die in de lente van 2009 werd geïntroduceerd. Het horloge met de digitale tijdsweergave door middel van jumping cijfers. De Haas: “De Zeitwerk begon als droom. De inspiratie was de Dresden Semper Opera-klok. Waarom kan dat niet om de pols? Het was er wel, in zakhorloges, of de Pallweber van IWC, maar daar stond de tijd verticaal en met relatief kleine venstertjes voor de cijfers. Dat is niet hoe je een digitale tijd afleest, dat moet beter en groter.”

Dan wordt er door De Haas en collega’s een dreamlist opgesteld. Al doende kwamen ze erachter waarom de cijfertjes zo klein waren. Immers plaats genoeg. De reden was omdat er enorm veel energie nodig is om de schijven te verplaatsen. Die tot vijftig keer zwaarder zijn dan een wijzer. Die je daarbij ook nog eens moet lageren en inpennen, zorgen dat het vrijloopt en geen speling heeft.

Constant Force

“In het oude gebouw, waar het allemaal begon voor de familie Lange, hebben we één van de langste pendel-klokken ter wereld. Die van drie verdiepingen hoog tot aan de kelder loopt. Destijds gebruikt als een hoge precisie- en master-klok. Die klok heeft een soort constant force-systeem. Elke seconde wordt de kracht van het gewicht weer teruggewonnen, waardoor je altijd optimale kracht houdt. Dat was de inspiratie voor de schijven van de Zeitwerk.”

De drie schijven hebben een complex mechanisme nodig om gelijktijdig te kunnen verspringen. Het vergt namelijk heel veel energie. Om die te genereren, heeft het uurwerk een extra sterke veer. Omdat een opgewonden veer de neiging heeft om in het begin veel energie af te geven, hebben ze bij Lange een gepatenteerd constant force mechanisme geïntegreerd, welke ervoor zorgt dat de energie constant blijft totdat de hoofdveer niet meer is gespannen.”

Slagwerk

Dit alles moet natuurlijk ook nog wel in een beetje schappelijke kast gegoten worden, dus moeten de horlogemakers halsbrekende toeren uithalen om de mechaniek te laten passen. “Wat mensen soms vergeten is dat je naast een balans tussen techniek en design ook de prijs in de gaten moet houden. Als een klant niet begrijpt waarom de Zeitwerk zo duur is, dan koopt hij ‘m niet. Je moet als merk goed uitleggen waarom het zo bijzonder is, ook al ziet de gemiddelde liefhebber dat niet. Dat kunnen we hier goed, maar met de Zeitwerk was dat hartstikke moeilijk, want er was niks anders. Ja de 1815 Up/Down, dezelfde functies maar dan analoog. Dat was een horloge van €23.000 en met de Zeitwerk zaten we al op €65.000 destijds. Dat was enorm spannend.”

Ruim 400 designtekeningen verder was er een modern design naar Lange-standaarden. Een bron van veel discussie, maar toch besloot Lange om ervoor te gaan. “Ik ben blij dat we de kracht hadden om voor dat moderne ontwerp te gaan, zeker voor Lange in die tijd. De reacties waren polariserend. Van ‘precies wat Lange nodig had’ tot ‘dit gaat een stap te ver.”

Voor De Haas zijn dat de spannende momenten. En projecten die ook niet elk jaar mogelijk zijn. Hij vergelijkt het met de lancering van de sportieve Odysseus in 2019 en de Grand Complication uit 2013.

“Ik ben blij dat ik voor een merk werk dat dit soort uitspattingen en bijzondere ondernemingen faciliteert. We hebben acht jaar aan de Grand Complication gewerkt die €1.9 miljoen kost en gelimiteerd is tot zes stuks. Welke firma kan zo’n bedrag ter beschikking stellen om zo’n horloge te ontwikkelen?”

Minute Repeater

De Haas heeft voor Lange bij Renaud & Papi gewerkt waar hij grande sonnerie’s en minute repeaters in elkaar heeft gezet. Het was een droom – ondanks dat er in Glashütte geen cultuur is van minute repeaters – om dat ook bij Lange te ontwikkelen.

“Ik had makkelijk Renaud & Papi kunnen bellen en vragen of ze een minute repeater voor de Datograph konden leveren. Nee, dat was te makkelijk. Dus zelf aan de slag en hoe start je het tijdperk van slagwerkhorloges bij Lange? Met een knal. In de vorm van de Grand Complication. Meerdere merken hebben een Grand Complication, maar wij hadden een combinatie van functies die killing zijn voor een horlogemaker. Neem alleen al de energie die nodig is voor een grande sonnerie of een rattrapante chronograaf.”

Een goede binnenkomer dus, maar niet per se een horloge waar Lange veel aan verdient. “Een zeer kostbaar horloge, maar ik geloof niet dat we daar veel aan overgehouden hebben. Let wel: qua opbrengst van de verkocht horloges. Wat het ons heeft gebracht is vele malen meer waard. Een bepaalde standing en de know-how van slagwerk, zo hebben we zelfs onze eigen gongs ontwikkeld.”

200 Procent

Vandaar dat je een gesprek over een Lange-uurwerk ook nauwelijks tot één model kunt beperken. De Lange horloges hebben vaak ook weer invloed op elkaar. De Grand Complication is de inspiratie geweest voor oplossingen bij de Zeitwerk Striking Time en Minute Repeater. Zo is veel met elkaar verweven. Wat ook niet zo gek is als je weet dat er bij het merk uit Glashütte altijd zo’n 16 uurwerken in ontwikkeling zijn.

Nog zo’n bijzonder project was de Odysseus, het sportieve stalen horloge met geïntegreerde band. “In mijn 17 jaar bij Lange was dat mijn moeilijkste project. De Lange-verzamelaars vroegen al heel lang om een sportief horloge dat ze op vakantie konden dragen. Maar wat doe je dan? Je wilt niet Patek Philippe of Audemars Piguet nadoen, maar ook niet zomaar een Datograph in een stalen kastje stoppen en ‘m 120 meter waterdicht en robuuster maken. Dat hebben we in 2007 binnenshuis wel geprobeerd, maar dat vond ik een rip-off.

Odysseus

Vervolgens startte ze vanbinnen met de ontwikkeling, niet enkel met een apart ontworpen kast. Ook al was het duurder om speciaal voor de Odysseus een uurwerk te produceren. Maar alleen dan kon De Haas en zijn collega’s de sportieve Lange een eigen ‘smoel’ geven. Door robuust en sportief te zijn, maar wel met een Lange-gevoel. “Dus niet bonkig en hoekig, maar smooth. De kroonbeschermer zit er wel, maar verwerken we subtiel en geïntegreerd. Net zoals de pushers, die ook subtiel zijn verwerkt en niet uitsteken. Design en techniek gaat dus altijd hand in hand, waar we over het algemeen met het design beginnen.”

Een ander voorbeeld hoe het merk zich er niet makkelijk vanaf maakt is bij de Lange 1 en de twee veertonnen. “Met moeite was de configuratie van de wijzerplaat gelukt, maar daardoor was er aan één kant nog een hele plek over. Walter Lange kwam toen met de suggestie om er nog een veerton bij te stoppen. Ja, gaaf, doen we! Dan hebben we drie dagen gangreserve.”

DNA

Bijzonder in 1993. Maar dat is hoe Lange is. “Wij moeten altijd verder denken en anders zijn. Elke week heb ik een ontbijt met mijn afdelingshoofden. Twee uur met z’n zessen zonder agenda. Deels als teambuilding, maar vaak zijn daar – begonnen als grapje – dingen ontstaan. De Lange 31 bijvoorbeeld. Er lag een tijdschrift op tafel met een artikel over gangreserve. Drie dagen, zeven dagen. Ik zei als grap; je bent pas serieus als je 31 dagen gangreserve hebt. Grappig want in die tijd waren we ook met de Zeitwerk bezig en hebben we de constant force-kennis gecombineerd. Zo lopen dingen soms tegelijkertijd. En dat is goed, want daar pluk je vaak ook de vruchten van. Niet makkelijk, maar dat is hoe we zijn en een deel van onze succesformule. Dat moet ook, want we zijn German Watchmaking, niet Swiss Watchmaking dat al veel langer gevestigd is. Wij moeten altijd 200 procent leveren, willen we gezien worden. Zo begon het en dat is ons DNA geworden.”