Eén bepaald uurwerk waaraan we wat speciale aandacht besteden. Meer dan de gangreserve en het tikgetal, maar ook de afkomst en wat er nu precies anders óf bijzonder aan is. Deze keer spreken we Oris’ Chief Operating Officer Beat Fischli. Hij was een belangrijke kracht achter hun Calibre 400.

Eind 2019 kregen we in het Zwitserse Zermatt een preview van de Oris Calibre 400. In het besneeuwde dorpje vertelde Oris Chief Operation Officer Beat Fischli over de eerste specs zonder de naam te noemen of het eerste horloge dat het uurwerk ging dragen.

In het najaar van 2020 was het zover. Oris presenteerde het eigen uurwerk, een nieuwe standaard. Een anti-magnetisch uurwerk met vijf dagen aan gangreserve en een garantie van 10 jaar.

Een indrukwekkend uurwerk dat vijf jaar kostte om te ontwikkelen en vanaf ‘nul’ is opgebouwd. Niet gebaseerd dus op een bestaand uurwerk. Het eerste horloge dat ‘m uiteindelijk herbergde was de Aquis Date.

Het bleef toen nog bij de tijd en datum. Op dit moment is het gemaakt als een praktisch, betrouwbaar en precies uurwerk. Eén die het midden houdt tussen de relatief betaalbare Sellita-uurwerken en de manufactuur Calibre 110-familie. Wat opvalt is de officiële ISO 764-certificering dat de Calibre 400 officieel anti-magnetisch maakt. Dit door onder meer silicium voor het echappement en het anker en niet-magnetische materialen voor tientallen andere onderdelen.

Sleutelrol

Voor Beat Fischli is het uurwerk een logische stap voor het merk uit Hölstein. “Oris had een lange traditie in het ontwikkelen van eigen uurwerken, meer dan 270 tot 1980,” aldus Fischli. “Het maakte deel uit van het Oris-DNA en daarom was het een natuurlijke stap toen we in 2015 begonnen met de ontwikkeling van Calibre 400. Dat was kort na de zeer succesvolle lancering van onze in-house Calibre 110, dat ons aanmoedigde om te gaan dromen van een eigen in-house automatisch uurwerk. Eén die toegankelijk en betaalbaar moest zijn voor een uitgebreide doelgroep. De sleutelrol van Calibre 400 is – in navolging van de Oris-filosofie – om innovatie, uniekheid en toegankelijke luxe te bieden. Want er zijn talloze mensen die graag een mechanisch horloge bezitten, maar toch echt moeten werken voor het geld.”

Voor Fischli is de 400 een bewijs van de visie en ideeën om iets unieks te ontwikkelen. “Op een manier die we niet bij andere merken zien. Want wie heeft nu eigenlijk behoefte aan weer een nieuw uurwerk met rond de 40 uur gangreserve? Het moest iets extra’s hebben en vijf dagen lukte ons. Het laat ook zien dat we het vermogen en de middelen hebben om te innoveren, waarbij we ons zowel op technologie als op de behoeften van de klant richten.”

Nieuwe Standaard

Inmiddels is het twee jaar later en is de Calibre 400 in meerdere variaties te vinden. Onder meer in de Propilot X, de Divers Sixty-Five en de Big Crown Pointer Date sinds deze zomer. Officieel was die laatste er al eerder, maar dat was een limited edition uit 2021.

Fischli voegt toe: “Vandaag, twee jaar na de lancering van Calibre 400 en het enorme succes ervan, kunnen we zeggen dat het zeker een grote mijlpaal is geweest in de geschiedenis van Oris. En persoonlijk, voor mijn team en mijzelf, is een missie als het project Calibre 400 een uitdaging geweest die je niet zo vaak in je leven krijgt. We zijn erin geslaagd om een ??nieuwe standaard te stellen voor mechanische uurwerken.”

Dit startte, hoe kan het ook anders bij Oris waar functie cruciaal is, bij de techniek. Voor Calibre 400 was het de technische ontwikkeling die op de eerste plaats kwam. In een later stadium startte ze pas met het design om de uiteindelijke look te definiëren. Het belangrijkste was om aan alle verzoeken van de specs voor Calibre 400 te voldoen.

Het lastige hierbij is een mix tussen vorm en functie. Fischli: “Beiden zijn inderdaad belangrijk, maar eerst moesten alle technische uitdagingen worden opgelost. We moesten werken aan welke specificaties het uurwerk moest voldoen, daarna ontwikkelden we het concept hoe daaraan kon worden voldaan. Daarbinnen bleef genoeg ruimte over voor onze ontwerpers om Caliber 400 de aantrekkelijke uitstraling te geven die hij heeft.”

Fundamentele ambities

En die specificaties brachten, hoe kan het ook anders, uitdagingen met zich mee. Neem de garantie van 10 jaar, de grootste uitdaging volgens de Oris-COO. “Die must zie je daarom terug in alle fasen van het ontwikkelingsproces. In alles moet daarmee rekening worden gehouden. Voor ons is die 10 jaar dus niet alleen een marketingslogan, maar het resultaat van enorm veel werk van onze ingenieurs.”

Dit deden de horlogemakers door te beginnen met het zo eenvoudig, maar slim mogelijk houden van het concept en de constructie van Calibre 400. Eén van de fundamentele ambities van Oris met Calibre 400 was om problemen op te lossen voordat ze zich voordoen. Het verminderen van slijtage en de impact verminderen op onderdelen. “De ingenieurs van Oris ontdekten dat één van de meest voorkomende problemen met automatische mechanische uurwerken het kogellagersysteem is dat ervoor zorgt dat het vrij ronddraaiende oscillerende gewicht (of rotor) kan draaien.”

Dit is een essentieel onderdeel van een automatisch horloge: terwijl de rotor draait, genereert deze kracht die wordt opgeslagen. “Daarom hebben we de kogellager helemaal verwijderd en vervangen door een wrijvingsarm glijlagersysteem. Dit is minder complex, zeer efficiënt en brengt veel minder slijtage met zich mee, waardoor het minder storingsgevoelig is. En onderhoudsarm. Dit alles, aangevuld met een slimme materiaalkeuze, geautomatiseerde smeerprocessen, strenge kwaliteitscontrole en samenwerking met alleen de beste Zwitserse leveranciers, gaf mij en mijn team het volste vertrouwen om dit ambitieuze doel te halen.”

Aantrekkingskracht

Een andere belangrijke was magnetisme. De meeste Zwitserse uurwerken worden gemagnetiseerd als ze worden blootgesteld aan de sterke magnetische krachten die we in het dagelijks leven tegenkomen. Wanneer dit gebeurt, worden ze minder nauwkeurig of in het ergste geval kunnen ze helemaal stoppen. Om de Calibre 400 anti-magnetisch te maken, heeft het uurwerk meer dan 30 non-ferro en anti-magnetische componenten.

Bij testen door het gerenommeerde Laboratoire Dubois week Calibre 400 minder dan 10 seconden per dag af na blootstelling aan 2.250 gauss. Voor de leek: om de ISO 764-norm van ‘anti-magnetisch’ te krijgen, mag een horloge een afwijking van maximaal 30 seconden hebben na blootstelling aan 200 gauss.

Calibre 400 registreerde een derde van de toegestane afwijking na blootstelling aan meer dan 11 keer de toegestane kracht, dat zit wel goed dus. Volgens Fischli kostte dit veel tijd. “Ah, de magie van het magnetisme. Het kostte ons vele laboratoriumtests om de magnetische eigenschappen en prestaties van Calibre 400 te controleren. Er waren veel verrassingen, met een opwindend leerproces en veel vallen en opstaan. Als de theorie dan eindelijk werkt in de praktijk is dat ongelooflijk bijzonder.”

Voor Oris het resultaat van een visie om puur Zwitserse mechanische horloges met unieke uurwerken aan te bieden tegen logische prijzen. “We luisteren naar de feedback en behoeften van onze klanten om stukken te ontwikkelen met een toegevoegde waarde en duidelijk gedefinieerde voordelen voor de klant. Dat noemen wij inclusieve luxe.”

Met meerdere 400-modellen verdeeld over verschillende collecties denkt Fischli al veel verder. “We hebben zeker genoeg ideeën voor aantrekkelijke nieuwe complicaties op basis van het Calibre 400 in-house uurwerk. Het verhaal is nog maar net begonnen.”