Eén bepaald uurwerk waaraan we wat speciale aandacht besteden. Meer dan de gangreserve en het wel of geen gebruik van silicium, maar ook de afkomst en wat er nu precies anders óf bijzonder aan is. Deze keer spreken we medeoprichter van Grönefeld, Bart Grönefeld, over de 1941 Remontoire. Een stuk van de broers uit Oldenzaal met een bijzondere familieconnectie.

We spreken Grönefeld in een drukke tijd voor het Nederlandse horlogemerk. Onlangs hebben ze aangekondigd om voorlopig geen nieuwe bestellingen meer aan te nemen. Een luxeprobleem, maar het geeft Grönefeld toch een dubbel gevoel. “Beter zo dan andersom,” aldus Bart Grönefeld, “maar toch is het geen fijn gevoel om ‘nee’ te verkopen. We zijn onlangs in een nieuw pand getrokken met vijf nieuwe horlogemakers. In totaal zijn we met 15 personen, waarvan 13 horlogemakers. De kwaliteiten die wij nodig hebben en de standaard die wij eisen is niet zomaar beschikbaar, dus heeft het tijd nodig om onze normen te waarborgen.”

Kerktoren

Eén van die populaire modellen – en inmiddels uitverkocht – is de 1941 Remontoire. Voor iets spectaculairs op horlogegebied is ‘ons eigen’ Oldenzaal dus al ver genoeg. De Grönefeld broers – Bart en Tim – hebben in ruim 12 jaar Grönefeld laten uitgroeien tot een merk met internationaal aanzien. Onze persoonlijke favoriet is de 1941 Remontoire. Verkozen tot het beste mannenhorloge van 2016 en daarna nog vele malen onderscheiden en bejubeld.

De 1941 Remontoire is geïnspireerd op het uurwerk in de kerktoren die hun vader en grootvader onderhielden. Het horloge heeft een constant force mechanisme dat ervoor zorgt dat het uurwerk precies loopt vanaf het moment dat het wordt opgewonden totdat het stopt met lopen na de gangreserve van 35 uur. Een simpel uitziend, maar extreem vernuftig mechanisme gehuisd in een stalen of rosé-/witgouden kast.

Constant Force

“Dit horloge heeft ons het succes gebracht waarnaar wij zolang op zoek waren. Het horloge vindt zijn inspiratie in de kerktoren van de Sint Plechelmusbasiliek, waar onze vader het onderhoud doet van het uurwerk en daarvóór onze grootvader sinds 1913. Als onze vader stopt over twee jaar, heeft hij het 70 jaar gedaan. Dan nemen mijn broer en ik deze taak van hem over.”

Sinds hun jeugd maakt dit uurwerk indruk op de broers. “Als onze vader ons meenam in de kerktoren zei hij altijd, blijf uit de buurt van het uurwerk. Uiteraard kun je ergens tussenkomen, maar de windveer in het remontoire uurwerk met constant force mechanisme geeft ook elke dertig seconden een klap en verzet de wijzers. Daarvoor moet je oppassen en dat zorgde voor ontzag. Het intrigeerde ons op zo’n manier dat wij dit mechanisme altijd al wilden inbouwen in een horloge.”

Windveer

Dit kwam er lange tijd niet van omdat de broers geen idee hadden hoe daar te komen. Het systeem van de kerktoren was namelijk niet simpel over te zetten in een uurwerk. In de kerktoren werk je met zwaartekracht, in een horloge moet dat vanuit elke positie werken. De oplossing zat ‘m in het vernuftig werken met veertjes en een differentieel.

“Het remontoire-systeem bestond al in andere horloges, maar niet op deze manier. Wij hebben absoluut niet de makkelijkste weg gekozen, maar wel de meest spectaculaire. Ik noem het altijd een visueel theater.”

Understatement

Bijna een understatement, want je kunt nagenoeg oneindig blijven staren naar de 1941 Remontoire. Zeker als het acht seconden stilstaat, waarna het raderwerk een sprong voorwaarts maakt, samen met de minutenwijzer en de ‘governor’ op negen uur. Die laatste kun je vergelijken met de windveer in de kerktoren waarvoor Grönefeld als jongen zo’n ontzag had.

“Vanaf het moment dat het volledig is opgewonden tot aan het eind van de 35 uur gangreserve, blijft de precisie constant. Maar waar het mechanisme van ‘onze’ kerkklok elke dertig seconden in actie komt, is dat bij ons kaliber elke acht seconden. Wat steeds wat kracht vrijgeeft om het echappement van energie te voorzien. Deze ‘acht seconden remontoire’, of om precies te zijn de governor die de schokken opvangt, is zichtbaar door de opening in de wijzerplaat op ‘negen uur’.”

Tourbillon

Toen de Grönefeld 1941 Remontoire eenmaal goed op papier stond, was het idee om vijftig stuks te maken. Na een tussenstop op 100 horloges, werd ‘ie uiteindelijk gelimiteerd op 188 stuks. Absurd veel dachten de Grönefelds, maar het sloeg aan. “In oktober 2016 zijn we begonnen met uitleveren en over een maand of twee overhandigen we de laatste exemplaren aan onze klanten. We hadden zelfs een wachtlijst van nog eens 188 mensen. Tijdens het hoogtepunt van corona had ik zeker verwacht dat we die wachtlijst moesten aanspreken, maar niemand heeft ooit geannuleerd. Erg bijzonder om mee te maken.”

Een gevoel dat enkele jaren geleden nog het omgekeerde was voor de broers. “Het begin was een erg emotionele rollercoaster. Heel soms verkocht je vijf tourbillons op een dag, maar ook rustig een half jaar niets. Een half jaar wachten op werk is toch wel erg vervelend. Daarom hebben we ervoor gekozen om een horloge te ontwikkelen voor een relatief aantrekkelijke prijs. Het blijft hartstikke veel geld, maar voor de techniek die men in de Remontoire aantreft valt dat relatief mee. De Remontoire zette ons definitief op de kaart en was de start van de ‘olievlek’ van onze wereldwijde bekendheid.”

Bart Grönefeld benadrukt daarnaast het belang van een verhaal voor een horlogemerk. Klanten voor deze klasse van horloges zoeken naar continuïteit. “Als jong merk heb je altijd het probleem met verzamelaars dat ze willen zien dat het serieus is en dat ze niet iets kopen dat een jaar later geen service meer krijgt. Daarom hameren we op het feit dat we een familiebedrijf zijn. Dit is waarom de Remontoire zo goed past bij onze technische know-how, maar ook de geschiedenis van mijn vader en grootvader. Het is geen marketingverhaal.”

Swiss Made

Die omslag, waar Grönefeld een vaste waarde werd voor verzamelaars, begon met de One Hertz. Het horloge dat ze na hun eerste, een tourbillon met minutenrepetitie, presenteerden. Met een geheel eigen stijl en een eigen vormgeving van het uurwerk. Dat is waar de identiteit van Grönefeld werd gevormd. De definitieve ‘bevestiging’ kwam er met hun eerste GPHG-prijs voor de Parallax Tourbillon. De internationaal vermaarde award kregen ze voor ‘Best Tourbillon’. De tweede keer dat ze een GPHG Award wonnen, was voor de 1941 Remontoire. Ditmaal in de zeer competitieve Men’s Watch-categorie.

“Omdat we altijd moeten opboksen tegen ‘Swiss Made’, moeten wij extra hard ons best doen met bijzondere technieken. Wij houden van traditie en traditionele materialen. Silicium hoeft voor ons niet. We willen ook graag de beroepen in stand houden die verantwoordelijk zijn voor het anker, echappement en de spiraalveer. Dat moet geconserveerd blijven. Een mechanisch horloge is net als een klomp. Super traditioneel en een klomp moet je ook niet opeens van carbon gaan maken. Dit alles met een designtaal van onze uurwerken die we vanaf onze tweede model, de One Hertz, hebben ingezet. Het design van de kasten is sinds de 1941 veranderd. Minder traditioneel. De vorm oogt van een afstand klassiek, maar bekijk ‘m van dichtbij en je ziet de onconventionele vormen. Daarvoor kiezen we zodat elk element van de kast verrast. Kleine elementen doen ’t hem, waar je steeds weer iets nieuws ontdekt, maar zonder kitsch te zijn.”

De Grönefelds hebben een lange weg afgelegd, met de 1941 Remontoire als kernpunt in hun familiegeschiedenis. Al vindt hun vader, Johannes ‘Sjef’ Grönefeld, het ondernemen van de broers nog altijd spannend, maar hij voelt ook zeker trots. “Het is voor ons ook nog altijd spannend. Je investeert een hoop in een nieuw horloge en moet dan maar afwachten of het aanslaat. Ondanks de successen weet je het nooit zeker. Dat blijft een uitdaging. Maar we kunnen niet wachten totdat we onze nieuwste presenteren, einde jaar. Dat wordt weer een gecompliceerd horloge. Of ik er wat meer over kan vertellen? Ja, dat wil ik heel graag, maar ik doe het niet. Nog niet.” (lacht)