Er zijn heel wat horlogemerken die je regelmatig op deze pagina’s tegenkomt die een vaste waarde vormen in het wereldje. Maar niet één speelde zo’n grote rol in de horlogegeschiedenis als Breguet. Tijd om de manufactuur in de Vallée de Joux te bezoeken en een bijzonder jubileum te vieren.

De Zwitserse Abraham Louis Breguet richtte Breguet op in het Parijs van 1775, waar hij op 15-jarige leeftijd was verhuisd om in de leer te gaan bij een meester-horlogemaker uit Versailles. Al snel werd Marie Antoinette fan, net als Napoleon en Koning Louis XVI.

Hij wordt ook wel de Leonardo Da Vinci van de horlogerie genoemd. Veel van wat je in moderne mechanische horloges ziet, komt van Breguet’s hand of perfectioneerde het. Zo vond hij in 1780 een zelfwindend systeem uit, dat uiteindelijk het automatische uurwerk werd. Maar ook de minutenrepetitie, een complicatie die de tijd hoorbaar maakt door middel van een gong kwam er in 1783 en door een uitvinding in 1790 hebben we schokabsorptie aan Abraham-Louis te danken. Überhaupt het eerste gedocumenteerde polshorloge werd in 1812 aan de Koningin van Napels geleverd en dit jaar hebben we het 220-jarig jubileum van de tourbillon. Maar daarover later meer.

Ateliers

Want zet een paar stappen in de manufactuur en je snapt waarom Breguet nog steeds bij de groten der aarde hoort. De horlogeproductie is opgedeeld in verschillende ateliers. Van ontwerp en engineering tot het maken van prototypes. Van bewerking tot assemblage en decoratie, de hele productieketen voor de onderdelen die nodig zijn voor een Breguet-uurwerk is hier vertegenwoordigd.

Wanneer er specifieke gereedschappen nodig zijn, worden deze hier geproduceerd, ook al zijn ze maar een handvol keer per jaar nodig. Wandelend – in stofjas, dat spreekt – door de verschillende afdelingen, zie je ambachtslieden die de horloges afwerken met patronen zoals Côtes de Genève, perlage (circulaire korreling), anglage (ook wel afschuining genoemd) en guillochage.

Guillochage

Die laatste is waar Breguet zich onder meer mee onderscheidt en gaat terug naar het allereerste begin van de geschiedenis van het merk. Oprichter Abraham-Louis was de eerste die guilloché-snijwerk voor wijzerplaten introduceerde.

Tegenwoordig produceert Breguet zijn wijzerplaten nog steeds zoals ze in het verleden werden gedaan. Wij doen een jammerlijke poging, maar drie jaar toewijding is vereist om opgeleid te worden tot Breguet guillocheur. Werken op een draaibank vereist handigheid en coördinatie: terwijl de linkerhand het te decoreren stuk langzaam ronddraait, oefent de guillocheur met de rechterhand de juiste druk uit om het te graveren.

Kleine groepen gespecialiseerde horlogemakers werken dan weer exclusief aan de meer exclusieve complicaties. Waaronder eeuwigdurende kalenders, minute repeaters en tourbillons. Dit jaar markeert de 220ste verjaardag van die laatste, één van de grootse horlogecomplicaties. Je hoeft ook geen expert te zijn om compleet gebiologeerd te kijken naar het kloppende hart van het kunststuk.

Patent

Abraham-Louis Breguet kreeg in 1801 patent op de tourbillon. Om de nauwkeurigheid van zakhorloges te verbeteren en de invloed van zwaartekracht op het uurwerk teniet te doen. Een wettelijke bescherming die maar tien jaar zou duren, waardoor veel fabrikanten de kans zouden krijgen om dit juweeltje te gebruiken.

Met zijn tourbillon zorgde Breguet voor dezelfde nauwkeurigheid van het horloge. Ongeacht de positie, verticaal of horizontaal. In zijn tijd ontwikkelde hij er 40. Twaalf worden er bewaard in musea, vijftien zijn er in privébezit en nog eens twee zijn er recent nog verkocht op veilingen.

Precies 220 jaar nadat Abraham-Louis Breguet het patent verkreeg voor de tourbillon brengt Breguet een hommage uit. De Breguet Classique Tourbillon Extra-Plat Anniversaire 5365 (€158.800), is gelimiteerd tot 35 stuks en het is een subtiele en ingetogen viering geworden. De roségouden kast van 41mm is voorzien van een 60 seconden tourbillon die tussen ‘vier’ en ‘zes uur’ zichtbaar is.

Kaliber 581

Twee motieven op de wijzerplaat zijn uiteraard met de hand geguillocheerd. In het midden bevindt zich het patroon ‘Clous de Paris’, dat de indruk wekt van een matte coating. Dit om de twee geblauwde ‘Pomme’-wijzers beter leesbaar te maken. Voor dit doel is er ook een excentrische uurcirkel met Romeinse cijfers rond de wijzers. Ondertussen siert Breguet de periferie met het ‘grain d’orge’-motief.

Binnenin heeft het horloge een extra plat automatisch uurwerk – kaliber 581 – genummerd en gesigneerd door Breguet, met een gangreserve van 80 uur. De tourbillon werkt op een hoge frequentie van 4 hertz. Breguet gebruikt silicium voor het echappement en de veer, dat bescherming biedt tegen magnetisme.

De knipoog naar het legendarische verleden wordt herhaald op de achterkant van het stuk, via een handgravure met de tekst ‘Anniversaire 1801-2021’ en ‘Brevet No 157 Du 7 Messidor An IX’, waarbij de laatste verwijst naar de Franse Republikeinse kalender destijds.