De gevolgen van de kredietcrisis hebben in het laatste kwartaal van 2008 horlogeland vol geraakt. Villemont kondigde het faillissement aan, horlogeafdelingen van onder andere Cartier gaan in deeltijd werken en Richemont heeft, zoals velen anderen, in het laatste kwartaal met een sterk afgenomen omzet te maken gekregen. De Swatch Group lijkt voorlopig de dans een beetje te ontspringen hoewel dat misschien afhankelijk is van hoe men er naar kijkt.

Het eerste slachtoffer van de gevolgen van de kredietcrisis in horlogeland is Villemont. De kleine en nog jonge manufactuur uit het Zwitserse Vernier, die vooral aftrek vond in Azië en Oost Europa, deed het in de eerste 9 maanden van 2008 nog uitstekend. Het aantal bestelde horloges (311 stuks) was gelijk aan heel 2007 en de omzet was ruim twee keer zo hoog. Maar vanaf oktober vielen de bestellingen vrijwel geheel stil, waardoor een maandelijks tekort van 400.000 Zwitserse Franc optrad. Villemont had 14 mensen in dienst. Naar verluid heeft zich ook een tweede slachtoffer aangediend, Bédat & Co zou de activiteiten vanaf februari stoppen.


De teruggang in bestellingen (gebaseerd op de teruggang van export van de Zwitserse horlogeindustrie) raakt alle segmenten. Zo vertonen het lage- en middensegment een terugloop van tussen de 15 en 24% en het topsegment (dat qua waarde het grootste is) tegen de 20%. De grootste terugloop tekent zich echter af in het hogere prijssegment waar een terugval van ruim 33% op te tekenen valt.


Vanzelfsprekend halen horlogemerken de broekriem aan bij een drastische daling in verkopen. Dat kan door ontslagen ? die ook veelvuldig vallen ? maar om zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden hebben een aantal merken ervoor gekozen werknemers in deeltijd te laten werken. Mocht de markt over niet al te lange tijd weer opveren, kunnen deze mensen gewoon weer volledig aan de slag. Zo zal er vanaf deze maand bij Cartier in de werkplaats in Villars-sur-Glâne door 160 van de 200 medewerkers in deeltijd worden gewerkt. De duur van de maatregel is voorlopig 3 maanden. De werktijd zal met tweederde worden ingekort terwijl het salaris voor 80% zal worden uitbetaald. In de afgelopen herfst had Cartier in de werkplaats in La Chaux-de-Fonds al afgezien van het aannemen van uitzendkrachten en gedwongen vakanties opgelegd.


Cartier maakt deel uit van de Richemont Group, waartoe merken als IWC, Panerai, Jaeger-LeCoultre, Vacheron Constantin, Lange & Söhne, Baume & Mercier en Montblanc behoren. Deze merken begeven zich veelal in het hogere en topsegment, waarbij vooral het hogere segment het hardst door gevolgen van de kredietcrisis geraakt wordt. Tijdens de SIHH, de horlogebeurs waar voornamelijk merken van de Richemont Group de nieuwtjes voor het komende jaar presenteren, kwam Richemont met cijfers over het laatste kwartaal van 2008. Die cijfers lieten een daling zien van 12% over een periode waarin ook nog de normaal gesproken sterke feestmaand december zit. De president van Richemont, Johann Rupert, verklaarde dat de dramatische gevolgen van de wereldwijde financiële crisis sinds oktober de vraag naar luxe goederen dramatisch had doen afnemen. ?Richemont gaat momenteel door de moeilijkste periode sinds de oprichting 20 jaar geleden?. Grootste punt van zorgen is de afname van verkopen in de VS in december met 24%, waarbij een lichte toename in omzet in Azië in dezelfde maand juist weer een positief puntje was. Opgesplitst in categorieën daalde de verkoop van juwelen met 12% tot 800 miljoen euro en de horlogeverkopen met 11% tot 404 miljoen. Het hardst werd de afdeling schrijfinstrumenten geraakt (waartoe o.a. de pennenafdeling van Montblanc behoort) waar de verkopen met 17% daalde tot 187 miljoen euro. Over de eerst 9 maanden van het boekjaar (dat voor Richemont eindigt op 31 maart) kan er toch nog een verkooptoename van 5% worden opgetekend tot 4,2 miljard euro.
Rupert ziet voorlopig nog geen reden tot optimisme: ?We moeten er van uit gaan dat er in de nabije toekomst geen belangrijk herstel te verwachten zal zijn en houden daar ook rekening mee om deze situatie het hoofd te kunnen bieden?. Volgens Rupert is er wat Richemont betreft overigens geen reden tot zorgen, ze kunnen een sterke balans laten zien en beschikken over merken die door de eeuwen heen verschillende depressies en oorlogen hebben overleefd.


De Swatch Group, met merken in alle prijssegmenten en een zeer sterke positie op het gebied van uurwerkproductie (bijna 65% van alle horloges met een Zwitsers uurwerk hebben een uurwerk van de Swatch Group) heeft het jaar 2008 met een bruto omzetstijging van 0,4% tot 5,97 miljard Zwitserse Franc afgesloten. Een negatief effect op de balans hadden de maanden november en december als ook verkopen van enkele bedrijfsonderdelen. Een solide groei viel er op te tekenen bij de afdelingen waar horloges, uurwerken en componenten worden geproduceerd. Hier steeg de omzet met 7,5% tot 1,81 miljard Franc. Verkoop van horloges en juwelen steeg met 1,8%.
Voor het jaar 2009 geeft de Swatch Group een voorzichtige maar niet pessimistische prognose af. Men verwacht een moeilijk voorjaar met een goed herstel in de tweede helft van het jaar. De omzet in januari en bestellingen voor februari en maart laten al een verbetering zien ten opzichte van de ontstane trend in de maanden november en december. De Swatch Group rekent dan ook weer op een bescheiden groei in 2009 ten opzichten van 2008.


Dat de uurwerken die de Swatch Group levert aan horlogemerken vanaf dit jaar (niet voor de eerste keer) met een flink percentage duurder zijn geworden, heeft misschien een kleine invloed op de voorzichtig positieve verwachting. De prijzen voor ETA/Valjoux kaliber 7750, Valgranges A07, ETA 2801, 2804, 2893 en 2895-2 gaan met 12% omhoog en omdat er geen kortingen voor snelle betalers meer gegeven worden kan dit oplopen tot 15%. Andere mechanische kalibers zullen rond 5% duurder worden. Omdat de afnemers pas half november 2008 met deze prijsstijging werden geconfronteerd, waren velen daarover slecht te spreken omdat ze ?op deze manier geen serieuze prijspolitiek meer kunnen voeren?. Veel merken zullen daarom, ondanks het slechte financiële klimaat, toch de prijzen voor 2009 moeten verhogen.