Het gepatenteerde uurwerk in de Futurematic werd tussen 1951 en 1958 geproduceerd door Jaeger-LeCoultre. Het bestond in twee varianten, het (meest bekende) kaliber 497 (ca. 53.000 stuks geproduceerd) en vanaf 1956 ook kaliber 817, een afgeleide variant (ca. 3.500 stuks geproduceerd). Het verschil zit in de weergave van de gangreserve en de seconde. Bij de meer gangbare modellen gebeurt dit door twee wijzers op hun eigen subwijzerplaten, bij de 817, de zogenaamde ?porthole? modellen, door een gekleurd vlakje achter een tweetal ronde venstertjes in de wijzerplaat
Wellicht het meest bijzondere aan beide uurwerken was een ?haak? die het opwindgewicht (dat tussen twee veren kon ?bumperen? om zo het uurwerk op te winden) blokkeerde wanneer het horloge volledig was opgewonden. Op deze wijze was een slipkoppeling overbodig. De tijd werd versteld door de kroon aan achterzijde naar het midden van het horloge te schuiven (het uurwerk blokkeerde dan) en vervolgens te draaien. Met de kroon kon het horloge níet worden opgewonden.
Om de Amerikaanse industrie ook na de 2e wereldoorlog aan de gang te houden, werden in de VS hoge importheffingen ingesteld, onder meer op horloges. Een aantal Zwitserse merken omzeilde deze heffingen door (wellicht alleen ?op papier?) ongereguleerde uurwerken te exporteren en deze in de VS te laten inbouwen en reguleren. Hierdoor kennen we twee ?merken? Futurematics:
1. De Jaeger-LeCoultre Futurematic (Europese variant), geleverd in 35 mm en (later) 37 mm in stalen, vergulde en gouden kasten, met volledig gesigneerde uurwerken.
2. De LeCoultre Futurematic (Amerikaanse variant), voor zover te achterhalen alleen geleverd in 35 mm in vergulde of gouden kasten. Het uurwerk is gemarkeerd als ?unadjusted? op het opwindgewicht, aan de binnenzijde van het achterdeksel staat ?cased and timed in USA by LeCoultre?.
De Europese varianten zijn verreweg het zeldzaamst, vooral de stalen en 37 mm varianten. De porthole varianten zijn hoe dan ook zeldzaam, puur vanwege de beperkte productie.
Het enige stijlvaste aan het verdere uiterlijk van de Futurematic waren de wijzers. Er waren verschillende wijzerplaatvarianten en verschillende vormen voor de bandaanzetten, die ook nog eens door elkaar werden gebruikt. Door het uurwerk was er uiteraard wel altijd sprake van de strakke symmetrie door de subwijzerplaten en de afwezigheid van een kroon aan de zijkant van het horloge.
Na 1958 is het Futurematic uurwerk niet meer door Jaeger-LeCoultre gebruikt. De reden hiervoor is niet bekend. Het uurwerkconcept is volledig losgelaten en niet in nieuwere uurwerktypen gebruikt. Dit maakt onderdelen zeldzaam. Wellicht is dit ook een reden dat vele vintage verzamelaars liever niet aan een Futurematic ?beginnen?.
Met enige regelmaat worden Futurematics (vooral de Amerikaanse varianten) op het internet te koop aangeboden. Het betreft in veel gevallen gerestaureerde of samengestelde exemplaren. Dit hoeft, mits men stijlvast is gebleven, geen probleem te zijn natuurlijk, er waren immers meer varianten dan gedocumenteerd. Let wel op de wijzervorm en vooral op de hackfunctie van het uurwerk. In veel gevallen is de hevel die hiervoor zorgt gebroken of geheel verwijderd. Het horloge werkt dan prima, maar stopt niet bij het verzetten van de tijd wat op de seconde exacte afstelling bemoeilijkt. Dit onderdeel is wellicht het meest gezocht door liefhebbers.
© Tekst voor Horloge.info door Jeroen Josephs.