Ja. Want het draait allemaal om/op de atoomklok in Frankfurt. Het signaal van deze klok is via de ether binnen een straal van 1500 km te ontvangen. De uurwerkhoofdpost van ProRail vangt dit signaal op en geeft het via kabels door naar de diverse uurwerkonderposten, die weer in verbinding staan met de stationsklokken. Zo verspreidt ProRail de exacte tijd via schakelpunten over de stations.
Cesiumatomen
Een atoom is de kleinste nog als zodanig herkenbare bouwsteen van een scheikundige stof (element). De atoomklok in Frankfurt bevat de stof Cesium. De trillingen van deze Cesiumatomen zijn de basis van de tijdmeting van deze klok. De frequentie van de trillingen is dusdanig constant en onafhankelijk van de omgeving, dat de afwijking van een atoomklok ongeveer 1 seconde per 30 miljoen jaar bedraagt. Het meten van de tijd is dus gebaseerd op de trillingen van deze Cesiumatomen. Vandaar de naam atoomklok.
Rebellerende stationsklokken
Ondanks deze natuurkundige nauwkeurigheid loopt er wel eens een stationsklok uit de maat. Oplettend personeel meldt dit bij het SMC (Schakel Meld Centrum) van ProRail. Het SMC geeft het vervolgens door aan de procesaannemer in de betreffende regio (BAM of Volker Stevin) waarna een servicemonteur zorgt dat de klok binnen 24 uur gerepareerd is. Het is dan niet de atoomklok die faalt, maar een rebellerende klok die probeert onder de feilloze discipline van ?mother atom? uit te komen.
Amsterdam CS
Een bekende stationsklok is de klok in de toren van het Amsterdamse Centraal Station. Het door architect P.J.H. Cuypers ontworpen en tussen 1881 en 1889 gebouwde station heeft twee torens. In de linkertoren zit een windroos, de rechtertoren heeft een klok. Maar hoe gelijk loopt die oude klok eigenlijk? Kun je een oud uurwerk ?aansluiten? op de atoomdiscipline? Dat laatste blijkt niet nodig te zijn, want sinds 1973 is het oude en originele mechanische uurwerk vervangen door een elektronisch uurwerk, dat inderdaad is aangesloten op de atoomklok. Ad Hermarij, sinds 1974 telecom monteur bij de NS: ?Erg interessant is het huidige uurwerk niet. Het is met afmetingen van 40 bij 40 centimeter een klein uurwerk, elektrisch en afgeschermd door een metalen deksel. Het werkt zoals de perronklokken op basis van een 24 volt puls, die elke minuut plus en minsignalen wisselt.?
Fijnmechaniek firma Addicks
Volgens Hermarij werd het originele uurwerk in 1974 naar het Spoorwegmuseum gebracht. Cisca Simons, conservatrice techniek van Het Spoorwegmuseum: ?Het uurwerk uit de torenklok van Amsterdam CS staat inderdaad in het Spoorwegmuseum. Het verkeert zelfs in uitstekende, werkende staat en drijft de gereconstrueerde luifelklok van ons stationsgebouw aan. Het uurwerk is gemaakt door de bekende uurwerk en fijnmechaniek firma Addicks, destijds gevestigd in de Bloedstraat (een straatje tussen de Oudezijds Achterburgwal en de Nieuwe Markt) te Amsterdam?.
Overigens had de luifelklok van het Spoorwegmuseum ooit een ander hart, dat stond opgesteld in de burelen van het gebouw. Simons: “Er zijn redenen om aan te nemen dat dit uurwerk van Amédée Borrel uit Parijs is geweest, zoals ook het geval is bij het Domtorenuurwerk, het uurwerk op het voormalige slachthuis en het uurwerk op het voormalige octrooihuisje, later politiepost, bij de Wittevrouwenbrug te Utrecht. Het oorspronkelijke uurwerk werd geïnstalleerd door de Utrechtse klokkenmaker Haak.?
Amsterdamse uurwerkmaker
Terug naar Addicks, de man die de klok van Amsterdam CS maakte. De familie Addicks kwam uit Arnhem, waar de vader van de oprichter van de firma horlogemaker was. De eerste Amsterdamse Addicks nam na een leerperiode als smid en fijnbankwerker het werk over van de laatste Amsterdamse stadsuurwerkmaker. De firma Addicks onderhield jarenlang vrijwel alle belangrijke openbare uurwerken in Amsterdam. Simons: ?Het is een interessant bedrijf, want deze firma Addicks heeft bijvoorbeeld ook het ingenieuze aandrijfmechaniek van de ? veel oudere ? carillontrommel van het carillon op het Dampaleis gemaakt?.
Remontoiruurwerk uit 1888
Het uurwerk uit de toren van het Amsterdams Centraalstation is een remontoiruurwerk. De remontoirreconstructie isoleert de aandrijving van het echappement (de ankergang) – dat samen met de slinger het eigenlijke tijdmechaniek vormt – van weersinvloeden zoals wind en sneeuwlast waaraan grote wijzers die in de open lucht bewegen onderhevig zijn. Vandaag de dag loopt het uurwerk zelfstandig, zoals oorspronkelijk het geval was, en het houdt zeer goed tijd.
Regulerend uurwerk
Waarschijnlijk is dit uurwerk in het eerste kwart van de twintigste eeuw de ?slaaf van een moederklok? geweest.
Deze ?slaaf? reguleerde destijds alle tijdaanwijzers op Amsterdam-Centraal door de zogenaamde minuut-vasthouding. Dit mechanisme blokkeert het echappementrad vlak voor het bereiken van elke volle minuut, waarna een precies op de minuut door de moederklok gegeven elektrische puls het echappement deblokkeert, zodat het werk weer door kan lopen.
Minuut-vasthouding
Bij zo?n minuut-vasthouding wordt de slinger zo afgesteld dat het uurwerk iets te snel loopt, bijvoorbeeld zestig slingerbewegingen in negenenvijftig seconden. Na de zestigste slingerbeweging blokkeert de voortgang van het uurwerk terwijl de slinger gewoon doorbeweegt. Zodra de zestigste seconde exact is volgemaakt, geeft de moederklok de elektrische puls die het echappement weer vrij geeft.
Doordat de opeenvolging van alle minuutpulsen nauwkeurig is, loopt het uurwerk op de langere termijn precies op tijd. De minuut-vasthouding was een vinding van CT Wagner (CTW) uit Wiesbaden. CTW gebruikte het systeem Grau-Wagner waarbij elke de opeenvolgende minuutpulsen van telkens omgekeerde polariteit zijn.
Aandrijving en gelijk zetten
Waarschijnlijk werd het uurwerk tot 1950 – 1960 aangedreven door een gewichtmechanisme dat eens per week moest worden opgewonden. Deze gewichtsaandrijving is vervangen door een aandrijving met een ketting in een Huygenslus. Verdere details, bij voorbeeld over de wijze waarop tijdens het opwinden drijfkracht op het uurwerk werd gehouden, zijn niet bekend. Voor het op tijd zetten van het uurwerk is op de uitgaande as een wijzerwerk aangebracht dat een in brons gegoten achthoekige wijzerplaat heeft. Vermoedelijk is dit gelijk met het inrichten van de elektrische opwinding aangebracht en was er oorspronkelijk geen wijzerwerk bij het uurwerk. Het uurwerk is op het wormrad gesigneerd: J.H. Addicks Amsterdam 1888. Opdrachtgever voor het maken van dit remontoiruurwerk was De Staat der Nederlanden.
Tekst voor Horloge.info: Paul Dezentjé